Ik doe alsof ik heel intelligent een Zweedse doorloper aan het maken ben, maar stiekem kijk ik over het randje van mijn puzzelboekje om kontjes te checken.

Zodra de zon een beetje schijnt, krijg ik de ontembare behoefte om radslagen te gaan maken in de branding en haaientanden te gaan zoeken langs de vloedlijn. Maar het allerleukst op het strand vind ik toch wel halfblote mensen kijken. Ik doe alsof ik heel intelligent een Zweedse doorloper aan het maken ben, maar stiekem kijk ik over het randje van mijn Breinbrekers puzzelboekje om kontjes te checken. Van vrouwen. En dat doe ik niet eens zo zeer om er een oordeel over te vellen (andere vrouwen afzeiken wanneer ze zich op hun kwetsbaarst tonen, zou ik echt nooit doen). Ik vind het vooral leuk om te vergelijken en te analyseren. Ik neem graag iemand mee die me in alle eerlijkheid verteld dat ik echt niet zo’n bobbelkont heb als die ene op die gebloemde stretcher of dat mijn derrière inderdaad precies lijkt op die strakke van die twintigjarige hinde die net voorbij paradeerde. Omdat ik mijn eigen achterwerk zelf eigenlijk nooit zie, schetste ik een beeld van hoe ik dacht dat mijn kadetjes eruit zouden zien: compact, stevig en rond.

squats-no-squatsSquats – No squats 

Een tijdje geleden kwam ik deze foto van twee schaars geklede dames op Facebook tegen: Links een platte hangkont (no squats), rechts de ideale ronde vrouwenbips (squats!). “Haha!” lachte ik hardop. “Ik ben een squatfanaticus. Ik ben die rechter. Simpel!” Zoals ik net al zei: ik zie mijn eigen achterkant zelden.

Dieptepuntje 

Er komt namelijk een punt waarop je je realiseert dat je vriendin liegt dat ze barst over de vorm van je billen. Dat realiseer je je omdat je haar zelf ook vertelt wat zij wil horen (lieverd, je hebt geen putten in je kont, echt niet *zucht*). Dan wil je voor eens en altijd weten of je echt een J-Lo bips in de maak hebt. Een dieptepuntje in je leven nadert: je zet je camera in de vensterbank op de zelfontspanner en maakt foto’s maken van je eigen toges, vanuit diverse hoeken. De waarheid komt hard aan. Waar voorheen de achterkant van je bovenbeen naadloos overliep in een bolling, is daar nu De Witte Plooi. Hij bruint  niet mee met de rest van je achterkant, want hij zit verstopt onder je luie krent. Het enige moment waarop je hem ziet is als je bukt, en ja, dat doe ik wel eens.

Dieper zakken!

Sinds de ontdekking van De Witte Plooi squat ik dieper en fanatieker dan ooit. Lunges, deadlifts, back kicks, hip thrusters, achterwaarts de trappen af, ik doe alles voor een strakke booty. Ik roep het tegen al mijn klanten: “Ass to the grass!!”

De Witte Plooi zit er nog steeds, ik gooi het op mijn bouw. Dus zit er voor nu maar één ding op: Gewoon niet meer bukken.

 Nathalie voor vrouw.nl

Advertentie